Een spiegel voor Nederland- Gedachten naar aanleiding van gesprek met Owen
- ingridharper
- 31 jul
- 2 minuten om te lezen
Tijdens het gesprek met Owen Venlo werd ik geraakt door een inzicht dat verder gaat dan Suriname alleen: zowel Suriname als Nederland worstelen met dezelfde fundamentele vraagstukken. Owen zei het scherp: “De oude aanpak werkt niet meer.” En hij heeft gelijk.
Twee landen, hetzelfde probleem
In Suriname staat een nieuwe regering aan het roer, terwijl Nederland op 29 oktober naar de stembus gaat. Beide landen hebben behoefte aan een nieuwe politieke cultuur. Owen benoemde dat Suriname een nationale aanpak nodig heeft – geen versplinterde coalitie-oppositiepolitiek, maar een brede samenwerking van de grootste partijen om een gezamenlijke visie te realiseren. Klinkt dat niet precies als het gesprek dat wij in Nederland voeren? Over bruggen bouwen tussen partijen, over het loslaten van oude politieke reflexen en over het besef dat we met “business as usual” niet meer verder komen?
De kracht van een visie
Owen legde de vinger op de zere plek: zonder langetermijnvisie blijft politiek brandjes blussen. Voor Suriname is het overduidelijk: de komende 20 jaar zijn doorslaggevend. De olie- en gasinkomsten moeten het land helpen transformeren naar een zelfvoorzienende en welvarende samenleving, voordat die bron opdroogt. Maar ook in Nederland staan we voor zulke keuzes. Hoe zorgen we ervoor dat we in 2040 een land zijn dat sociale ongelijkheid heeft teruggedrongen, de klimaatdoelen heeft gehaald en een samenleving heeft gebouwd waar iedereen zich thuis voelt?
Spiritualiteit en erkenning
Wat me persoonlijk het meest raakte, was Owen’s spirituele duiding: vooruitgang begint met waardering. Suriname heeft volgens hem nagelaten zijn diaspora én zijn eigen pioniers de erkenning te geven die ze verdienen. Dat klonk pijnlijk herkenbaar. Hoe vaak hoor je in Nederland niet dat groepen zich ongezien en ongehoord voelen? Erkenning van het verleden – van het slavernijverleden tot de pijn van vergeten groepen – is niet alleen moreel noodzakelijk, maar ook een voorwaarde voor gezamenlijke vooruitgang.
Wat we kunnen leren
De spiegel die Owen ons voorhoudt, is helder: zowel Suriname als Nederland hebben de moed nodig om oude patronen te doorbreken. We hebben een politiek nodig die niet alleen gericht is op de volgende verkiezing, maar op de volgende generatie. Een politiek die bereid is moeilijke gesprekken te voeren, brede coalities te smeden en de waarden van rechtvaardigheid en verbondenheid centraal te stellen.
De vraag die bij mij blijft hangen
Als we weten dat de oude aanpak niet meer werkt, durven we dan in Nederland, een nieuwe weg in te slaan? En zo ja wat is deze dan?


Opmerkingen